De discussie gaat verder

Wat doe je als waterbouwpastor aan de wal? Natuurlijk is er allereerst het gezinsleven, maar in mijn agenda zijn ook genoeg SPWO-activiteiten te vinden. Ik bezoek bedrijven, mensen, ik schrijf voor Diepgang en houd natuurlijk deze weblog bij. Afgelopen week stonden er twee bijzondere zaken op het programma: een bezoek aan de bisschop van Rotterdam én in Vlissingen de lezing “Laat je niet overvallen” over piraterij.

Over het bezoek aan de bisschop weid ik verder niet uit, bij de lezing wil ik wel even stilstaan. Deze werd gehouden in het oude beroemde gebouw van de zeevaartschool in Vlissingen – met dat torentje. Het was de laatste bijeenkomst in dit gebouw dat is verkocht. De zeevaartopleiding is inmiddels verhuisd. Spreker was Henri L’Honoré Naber (o.a. bestuurslid van de Nederlandse Kapiteinsvereniging en werkzaam voor Safer Seas Consultancy).

zeevaartschool_44EE73DCA5D1A881C12579B8004BABFB_2

Op mijn weblog heb ik al eerder stilgestaan bij het probleem van zeeroverij. Ik pleitte voor een verruiming van de wettelijke mogelijkheden voor het inzetten van private beveiliging aan boord. De lezing van L’Honoré Faber stelde echter grote vraagtekens bij dat standpunt. Hij toonde een heftig filmpje waarin private beveiligers vanaf een schip er bij de nadering van een verdacht scheepje op los gaan schieten. Er wordt een waarschuwingsschot bevolen, maar in plaats daarvan volgen salvo na salvo zodat het scheepje half gezonken uit zicht verdwijnt. Of er daadwerkelijk piraten in het bootje zaten? Wij weten het niet.

Natuurlijk is de stress in zo’n situatie zittend achter een computer in het veilige Nederland moeilijk voorstelbaar. Waarom komt zo’n scheepje aangevaren, dan vragen ze toch om moeilijkheden? We hoeven geen medelijden te hebben met piraten. En toch, stelde L’Honoré Naber, is het gevaar van een glijdende schaal groot. Aan de ene kant zullen onschuldigen steeds makkelijker het slachtoffer worden van een mogelijke inschattingsfout van de beveiligers. Aan de andere kant zal er steeds gemakkelijker door piraten naar grof geweld worden gegrepen. In de optiek van L’Honoré Faber verdient de inzet van militairen veruit de voorkeur boven die van private beveiliging: de wettelijke kaders zijn beter, er makkelijker bijstand worden ingeroepen, de wapens van de mariniers zijn geregistreerd. Het enige grote voordeel van private beveiligers is hun snelle en flexibele inzet. Meer nog dan wapengekletter verdient echter een “harde schil van bescherming” rond een schip de voorkeur: goede detectiesystemen, afschrikkingssystemen (bijv. fel licht of geluid) en obstakels om aan boord te komen (kettingen, waterjets). Misschien kunnen er in de toekomst zelfs drones worden ingezet of robotbootjes. Kortom: L’Honoré Naber ziet liever helemaal geen bewapende mensen aan boord.

Zo’n lezing zet je wel weer aan het denken. Een zo geweldloos mogelijke benadering spreekt mij natuurlijk razor-wire-248x300 principieel ook aan. Tegelijkertijd komen er bij mij vanuit gesprekken in de maritieme wereld ook drie andere overwegingen naar boven.

1. Je kunt nog zoveel technische beveiliging installeren, de mensen aan boord voelen zich pas echt veilig met veiligheidsménsen aan boord. We vertrouwen in een heleboel opzichten op techniek, maar in dit soort situaties geven mensen die weten wat ze doen toch een veiliger gevoel dan installaties waarvan je de effectiviteit moeilijk kunt inschatten.

2. Psychologisch is een zuivere verdedigingstactiek erg zwaar: je moet maar afwachten wat er gebeurt. Het is de vraag of de verdedigingslinies werken. Je bent zeer afhankelijk. Het idee dat er mensen aan boord zijn die terug kunnen schieten, als het echt moet, voelt om die reden robuuster aan. Op de één of andere manier denken we (onbewust) dat er met gewapende schutters aan boord minder te spotten valt dan beveiligingstechnieken, waar altijd wel weer een antwoord op te verzinnen is. Dat gewapende schutters natuurlijk ook niet onkwetsbaar zijn, is een gedachte waar we liever aan voorbij gaan.

3. De factor, dat inzet van gewapende beveiligers veel flexibelere geregeld kan worden dan bijstand van mariniers, moet niet worden onderschat. In de lezing van L’Honoré Naber stond dit punt in een hele rij van afwegingen, maar in de baggerwereld is dit volgens mij wel een heel belangrijk punt. Ik kan niet beoordelen of aanvragen voor een militair “Vessel Protection Detachment” echt door een lange procedure heen moeten – maar dat is een veelgehoorde klacht. Wat ik wel weet dat het in de waterbouwwereld soms een kwestie van snel schakelen is. Dan is het ook belangrijk dat beveiligingsbijstand op korte termijn geleverd kan worden anders wordt het paard achter de wagen gespannen.

De discussie gaat verder en is voorlopig nog niet afgesloten. Terwijl L’Honoré Naber in Vlissingen de lezing hield, werd er in de Tweede Kamer in Den Haag over ditzelfde onderwerp gediscussieerd. Jammer dat daar in de kranten niets over is terug te vinden. Ik heb gespeurd op het internet, maar geen idee wat er uit deze discussie is gekomen. Misschien heeft één van de lezers meer informatie hierover? Deze discussie moet niet te lang gaan duren; er moeten toch een keer knopen worden doorgehakt.

LivePiracyMap

This entry was posted in Niet gecategoriseerd. Bookmark the permalink.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *