Pasen: afscheid nemen bestaat niet…

Lezingen: Ezechiël 37: 1-14 en Marcus 16: 1-8

Leeg graf

Toen zei hij tegen mij: ‘Profeteer tegen de wind,

profeteer, mensenkind, en zeg tegen de wind:

“Dit zegt God, de HEER: Kom uit de vier windstreken, wind,

en blaas in deze doden, zodat ze weer gaan leven.”’

Jaren geleden heb ik in de Panorama gestaan. Dat is vanouds zo’n mannenblad van een wat twijfelachtig allooi dat in een leesmap zit of bij de kapper te vinden is.

Wat deed ik in zo’n blad?

Ik stond er in als een jongen van een jaar of 9 met een hele groep Brielse schooljeugd. Wij waren op dat moment aan het rondscharrelen rond de Brielse dom waar bulldozers bezig waren de grond om te woelen. Daarbij kwamen er allerlei middeleeuwse graven bloot te liggen. De werkers stopten natuurlijk om 5 uur en toen was het reuze interessant voor ons – onwetend als we waren – om die echte botten en schedels te bekijken.

Afijn, ik had gelukkig niet de moed om iets mee naar huis te nemen.

Het is een nog hele rel geworden met politie die op wacht moest gaan staan.Want ook al ging het om eeuwenoude botten, het bleven menselijke resten.Het was in ieder geval sensationeel genoeg om in de Panorama terecht te komen, alwaar mijn wat vrijgevochtener oom en tante mij in ontdekten op de foto.

Niet iets om trots op te zijn – maar ik moet er wel altijd aan denken als ik de woorden van Ezechiël 37 lees over het dal met de doodsbeenderen.

Bones

Velen kennen de televisieserie “Bones”.

In deze serie die alweer aardig wat jaren op de Nederlandse televisie is te volgen, zien we forensisch antropologe Temperance Brennan in actie.  Als er ergens botten worden gevonden, kan zij nagaan of degene aan wie deze botten toebehoorden door een misdrijf om het leven is gekomen en zo ja, op welke manier. Botten kennen voor Doctor Brennan geen geheimen. Met haar nuchtere, wetenschappelijke kijk weet ze het verhaal achter de botten te ontmaskeren. Tegelijkertijd heeft de ietwat cynische Brennan wel grote moeite om zich in het heden te verhouden tot mensen van vlees en bloed. FBI-agent Booth vormt daarin haar tegenhanger: waar Brennan met haar grote kennis van het beenderstelsel in het duister tast omtrent het gedrag van levende mensen, weet agent Booth van de diepe drijfveren die aan het leven van een mens sturing geven: emoties, wantrouwen en vertrouwen, ongeloof en geloof. Het blijkt dat de rationele Brennan en de intuitieve Booth elkaar nodig hebben, willen ze recht doen aan de doden en de levenden…

In Ezechiël 37 zien we een grote stapel botten voor ons liggen.

Deze botten vertellen een verhaal.

Ze vertellen het verhaal van het volk Israël dat in ballingschap verstrooid is geraakt. Het Koninkrijk Israël met Jeruzalem als kloppend hart is niet meer. De stad ligt in puin, de lijken waren niet te tellen. De ballingen in Babylon voelen zich totaal verslagen. Alle leven is er uit. Ze leven nog wel, maar daar is eigenlijk ook alles mee gezegd. Het jaar 586 voor Christus, de val van Jeruzalem, vernietiging van de tempel – dat zijn de koele feiten achter het verhaal dat deze botten vertellen.

Maar je kunt nog een stap verder gaan.

Die botten vertellen misschien ook het verhaal van onze tijd. Het verhaal van een kerkelijke gemeenschap die ooit levend was en het hart van onze samenleving vormde. Maar kerkgebouwen lijken vandaag de dag alleen nog maar de fossiele resten te zijn van wat ooit in Europa een gangbaar geloof was in de God van Israël. En wat er nog aan kerkelijke gemeenschap is, dreigt helemaal uit elkaar te vallen door onderling gekrakeel over de wijze waarop het erfgoed in stand moet worden gehouden. De Geest is er uit. En gelovigen anno 2012 voelen zich vaak moedeloos, want het lijkt allemaal toch niets te helpen.

Pasen skelet

Vertellen deze botten niet het verhaal van héél onze samenleving? Ontbreekt in onze maatschappij niet aan samenhang? Leven we niet volstrekt langs elkaar heen? We trekken ons terug op eilandjes van nationaal gevoel en weemoed naar de jaren, toen geluk nog heel gewoon was. De politiek lijkt een duidelijke koers te ontberen. De verzorgingsstaat wordt afgebroken, veel voorzieningen weggesneden. Wat houdt ons nog bij elkaar?

En misschien worden we nog wel het diepst geraakt door het verhaal dat deze botten vertellen als we beseffen hoezeer óns leven zelf uit elkaar kan liggen – in brokstukken uiteen, gefragmentariseerd. Ofwel omdat je op zoveel schaakborden tegelijk bezig bent, dat je niet meer weet wie je zelf bent. Ofwel omdat je het gevoel hebt dat het leven je uit handen glipt, het breekt af, wat houd je nog meer over dan een leeg geraamte?

Pasen Brennan

OK, roept doctor Brennan. Zo is er wel weer genoeg geassocieerd. Mij gaat het gewoon om de naakte feiten, de kale botten van lichamen. Van mensen die geleefd hebben en nu dood zijn. Van het stoffelijk overschot dat achterblijft, soms diep weggewerkt zodat niemand meer achter het levensverhaal kan komen. Nu liggen die botten voor me en ik kan het verhaal vertellen van hun dood. Ik kan vertellen hoe dit leven aan zijn einde is gekomen. En dan is het “case closed” en kunnen we deze overblijfselen opbergen in een box.

En daarmee is het verhaal klaar voor “Bones” Brennan. Zij heeft geprobeerd recht te doen aan dit ooit levende mens door het verhaal van zijn of haar levenseinde te reconstrueren. Daarna gaan de overblijfselen in een kartonnen doos met een nummer erop, het archief in. Einde aflevering.

———

Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen? Ik antwoordde: “Heer, mijn God, dat weet u alleen.”

Wat een onmogelijke vraag. Als je echt bij een graf hebt gestaan. Als je diep verdriet hebt om iemand die er niet meer is.

Dan kun je toch moeilijk Pasen vieren. Dan gaat het langs je heen.

Dan weer je het af. Dan moet je je er juist mee verzoenen dat iemand níet meer terug zal komen, dat ‘ie echt definitief weg is.

En toch deze vraag. Deze vraag die een onmogelijke mogelijkheid openlegt. Ja, zo moet je het toch wel noemen: een onmogelijke mogelijkheid.

Voor mij komt hier de kern van mijn geloof in zicht: als er een reden om in God te geloven , is het dit. Dat in het leven niet de dood het laatste woord heeft. Niet het toeval. Niet het noodlot. Niet de vergaarbak van vergetelheid. Daarvoor is het leven te goed, te mooi, te kostbaar, te kwetsbaar.

Is dit de laatste waarheid van de Killing Fields, de talloze naamloze slachtoffers, de ontelbare te vroeg gestorven mensen: dat het zo zij? Is de enige troost in leven en sterven dat je blij moet zijn als geluk hebt gehad in het leven en als dat niet zo is: jammer dan? Is de eindconclusie ten aangezien van het leven vol liefde van Jezus, dat je moet zeggen: het loopt op niets uit.

En toch: de wereld van geloof stelt onmogelijke vragen.En komt met onmogelijke antwoorden.

Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen? Heer God, dat weet u alleen.

Pasen ez 37

Ezechiël krijgt een visioen waar het mooiste hologram van Bones niet tegenop kan:het dode dal gaat ruisen van leven, er komt samenhang, alles ademt.Bot voor bot, spier bij spier, tere huid, ogen die kijken, haren die wapperen.

Dat kan toch niet?

Nee, het kan niet.

Nee, en het kan ook niet dat het graf van Jezus leeg is. Het is onmogelijk.

En toch…..

Vertelt Zijn lichaam niet het verhaal van een geschonden leven? Wijzen de littekens niet op een misdadig einde? Langzaam gestikt. En nu – het overblijfsel weggeborgen in steen, afgesloten en klaar.

Einde verhaal.

Maar God stelt zich vierkant achter dit verhaal op en zegt: dit dode lichaam ademt een belofte van toekomst. Dit verhaal gaat verder. Want dit leven is te goed om te verdwijnen in de leegte.

Lieve mensen, God stelt zich vierkant op achter dit leven. Je moet de moed niet opgeven als je leeft in Zijn spoor. Want Zijn liefde geeft het leven “body”, kracht, een kloppend hart. Daarom leef je toch? Om lief te hebben. Op liefde – de ziel van alle menselijkheid – krijgt de dood uiteindelijk geen vat.

Mensenkind, kunnen deze beenderen weer tot leven komen? Heer God, dat weet u alleen.

Een onmogelijke mogelijkheid. De wereld van geloof bestaat uit vragen, luisteren, vertrouwen zoeken, woorden vinden. Pasen gaat niet over “niet doodgaan” – maar het gaat over opstaan uit de dood, een nieuw leven beginnen. Dat je kunt doodgaan met het léven voor ogen. Je leven in handen weten van een macht die leven en dood omvat. Dat is een geheim waar je je ten diepste geen raad mee weet. De vrouwen in het Evangelie weten niet wat ze ervan moeten denken.

En toch.

Het zet je leven in een ander licht. Dan krijg je oog voor het groen dat telkens weer door beton heen breekt. Je staat versteld als mensen de kracht vinden een nieuwe samenhang in hun leven te vinden.

We zouden het ook zo kunnen zeggen: Pasen is het feest van opstandigheid en verzet tegen de dood. Voor een volk in ballingschap. Voor een kerk aan het eind van haar Latijn. Voor een samenleving zonder hart. Voor een leven zonder samenhang. En ook: voor botten weggeborgen in een kist.

Verdriet, rouw, pijn om het stille donkere dal. Maar ook opstandigheid en verzet. Luister naar die stem die zegt:

“Ik kom als de wind die je voelt en de regen
Volg wat je doet als het licht van de maan
Zoek me in alles dan kom je me tegen
Fluister mijn naam
En ik kom eraan”

Pasen: rechtdoen aan het leven. Een beweging van een doods dal naar een akker vol ontluikend leven. Van een leegte die iemand nalaat naar de plek die iemand in jou behoudt.

Afscheid nemen bestaat niet. Lief, je moet me geloven.

Sta op mensenkind! Weet je vlees en bloed. Adem. Leef!

Amen.

 

Zie ook http://www.youtube.com/watch?v=xTH7dIDboQA

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *