Wie het kleine niet eert…

Chinese wijsheid en Christelijk geloof

In China, van waaruit we driemaal een dochter mochten adopteren, kocht ik een interessant boekje: een verzameling bijeengebrachte spreuken van de Chinese wijsgeer Confucius. Zijn gedachtegoed heeft veel invloed gehad op de vorming van Chinese maatschappij en de rijke geschiedenis van dit enorme land. Al lezende vond ik verrassende aanknopingspunten voor een christengelovige.

Chconfuciusinese Wijsheid

K’ung Fu Tze leefde van 551 tot 479 voor Chr. In de huidige provincie Shandong. Er zijn door de eeuwen heen zoveel verhalen over hem in omloop gekomen, dat moeilijk is uit te maken wat aangaande zijn leven historisch betrouwbaar is en wat niet. Verschillende bronnen geven echter wel een goed beeld van zijn denkwereld. Net als iedere filosoof zoekt Confucius de orde in alles wat bestaat. Hij is echter niet zoals de denkers van het Westen geïnteresseerd in logica en wetmatigheden, maar hij is op zoek naar de “juiste maat”. Confucius ziet de maatschappij – heel modern – als een krachtenveld van relaties. Daarin is voor hem de relatie tussen ouders en kinderen de belangrijkste. Als die relatie niet goed is, dan ontspoort heel de maatschappij. Een boeiende gedachte in onze samenleving, waar praten over het “gezin” tot voor kort in de hoek van de spruitjeslucht werd geduwd.

Daarnaast legt Confucius ook de nadruk op “gemeenschapsgevoel”. Wil een maatschappij goed functioneren, moet een individu niet zijn eigen ontplooiing als levensdoel hebben gedeeld, maar zijn of haar bijdrage aan het sociale leven centraal stellen. Ook daarin kan Confucius een interessante bron vormen voor ons liberale, individualistische denken.

Zorg voor detail

Ik wil nu echter nog een ander punt aanstippen: zijn aandacht voor het detail. In het bovengenoemde boek vond ik de volgende opmerking: “Als een matje niet volgens de voorschriften was neergelegd, ging Confucius er niet op zitten”. Mijn eerste gedachte was: wat een onzin! Waarom zou je je er druk over maken hoe een matje op de grond ligt. Mogen we juist niet blij zijn dat we zijn verlost van allerlei knellende regels en voorschriften over hoe het hoort? En toch bleef deze uitspraak me fascineren. Voor Confucius school de balans en harmonie van zijn leven ook in kleine dingen als de plaats van een zitmat. Juist door de zorg voor zoiets kleins en onbeduidends kunnen de grote stukken van het leven de juiste plaats vinden. Als je niet in staat bent om de eenvoudige zaken op orde te hebben, kun je ook niet verwachten de meer ingewikkelde zaken goed op een rijtje te zetten. Ik moest onmiddellijk denken aan de woorden van Jezus: “Wie in zeer weinig getrouw is, is ook in veel getrouw. En wie in zeer weinig onrechtvaardig is, is ook in veel onrechtvaardig.” Nu staan deze woorden in een iets andere context, maar ook Jezus vestigt de aandacht op die punten in ons leven, waar wij te gemakkelijk achteloos langs heen leven. Nonchalant leven zien wij als een vorm van vrijheid. Confucius zegt: zonder vaste kaders verdwaalt de mens in de vrije ruimte, wordt een mens moe van het voortdurend zoeken van de juiste plaats en juiste balans.

Bewust leven

Of het nou gaat om de zorg voor eten, of de manier waarop je je huis inricht, of het voeren van een telefoongesprek: ordeloos leven vermoeit een mens. Confucius wil laten zien, dat bewust leven van grote waarde is. Als je de dingen die je doet heel bewust doet, sijpelen de dagen van het leven niet als zand tussen je vingers door.

Het vinden van balans en evenwicht in de dagelijkse dingen maakt een mens klaar voor de grote dingen.

Soortgelijke gedachten vinden we vooral terug in de meditatieve tradities van het christendom. Kloosters benadrukken bijvoorbeeld het levensritme op de “adem van God”. Hierin vinden we geen wereldbestormende idealen, geen grootse kerkvisie, geen cultuurtheologie, maar het vinden van eenvoud en de juiste maat. Anders gezegd: naast de Martha’s zijn ook telkens weer de Maria’s nodig, die zich niet druk maken om de “vele dingen”. Weer anders gezegd: intens leven kun je op een kleine oppervlakte, dat zit niet in het grootse. Als je wat je doet, bewust doet, dan ervaar je dat er veel meer in het leven zit dan wij in onze achteloosheid eruit halen. Het eeuwig tekort aan tijd van de Westerse mens komt ook door nonchalante verspilling van die tijd: terwijl we met het één bezig zijn, denken we alweer aan iets anders.

Het is echt een boek om in de vakantie door te nemen. Daarnaast zitten Mencius, Sun Zi en Lao Tze ook in de koffer. Ik kijk uit naar de zomer.

Analects of Confucius, Chinese Saga Series, (Beijing: Sinolingua 1994)Een heel mooi boekje is in 1701 geschreven door G.W.L. Leibniz, Over de Natuurlijke Theologie van de Chinezen, vertaald en ingeleid door Karel L. van der Leeuw, (Budel: Damon, 2006)

– dit stuk verscheen eerder als artikel in het Middelburgs Kerkblad –

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *