Zhong

ZhongNog een keer: Chinese wijsheid en het Christelijk geloof

Het boeiende van een vreemde taal leren, is dat je in aanraking komt met een voor jou vreemde manier van denken en verwoorden. Door (op zeer bescheiden wijze) Chinees te leren kwam ik in aanraking met een geheel andere cultuur, die mij als Westers mens uitdaagt. Wij zijn gewend om te denken in termen van logica, wetmatigheden, controle. Chinese denkers zoeken de juiste balans. In de Chinese taal is het dan ook veel meer de toon dan de grammatica die het verschil maakt. Als je in het Mandarijn de vier basistonen niet beheerst, zal het je niet lukken om ook maar iets van de taal te begrijpen.

In de rijke traditie van de Chinese filosofie is het begrip “zhōng” een belangrijke term. Het betekent zoiets als “midden” of “centrum”. Het land China zelf heet in het chinees “zhōng guó”, wat “rijk van het midden” betekent. In de twee belangrijkste stromingen van het Chinese denken, het confucianisme en het taoïsme staat zhōng voor de mogelijkheid om uitersten met elkaar te verbinden. Dat is alleen mogelijk als de uitersten niet te ver van elkaar verwijderd raken. Er is dus een balans nodig, maat, een zekere bescheidenheid. Want rek je tegenpolen te ver op dan breekt de verbindende schakel.

In het leven is het de kunst telkens weer de zhōng terug te vinden, het hart, je midden. Raak je daar te ver bij vandaan, dan verlies je uiteindelijk alles. Het gaat er dus niet om “het al” te overzien (totaliteitsdenken is typisch Westers), maar de juiste verhouding.

Bettine Vriesekoop schreef een heel interessant boekje over gewoonten en gebruiken in China: “Bij de Chinees”. Zij vertaalt zhōng als “de basisvaardigheden moeten uitstekend zijn”. Zij vertelt hoe ze zelf als één van de eerste westerlingen in de jaren ´70 van de vorige eeuw deelnam aan Chinese tafeltennistrainingen. Ze moest hele dagen eenvoudige oefeningen doen, tot die haar neus uitkwamen. Terwijl ze er juist op had gerekend allerlei hoogstaande technische foefjes te leren. Maar het geheim van het Chinese tafeltennissucces zit ´em niet in technologische successen. Chinese tafeltennissers beheersen vooral de basis tot in de perfectie. Alleen op die basis is het mogelijk je af en toe een uitstapje te veroorloven. Maar begin je te snel met het gevorderde werk, word je gemakkelijk verslagen. Met een goede basisslag pareer je namelijk gemakkelijk het meest geraffineerde effect.

Het lijkt me een wijze les voor westerse geesten, die vaak alles willen en nooit genoeg hebben. Wij zijn erg ongeduldig geworden. We willen snel verder. We willen veel meer. We willen nog heftiger. Daardoor kunnen mensen snel van zichzelf vervreemd raken. Ze weten de zhōng niet meer te vinden.

In de Schriften is er ook vaak sprake van concentratie.  “Zoekt eerst het Koninkrijk van God”, “het begin van alle wijsheid” en “dat ene nodige” (het deel dat Maria heeft gekozen) – het zijn allemaal voorbeelden van het zoeken naar het hart van de zaak. Wijsheidsleraar Prediker waarschuwt voor uitersten (Pred. 7:16-18), want “life to the extreme” is toch niet vol te houden. Als de basis in orde is, komt het met de rest uiteindelijk ook wel goed. Een gelovige ziel nestelt zich juist in het gewone leven.

In een samenleving, waar nieuw per definitie beter is en de veelheid van mogelijkheden, vragen, opties, keuzes iedere dag weer op je af komt, is een focus op het hart een verfrissend moment. Ik zelf merk hoe verleidelijk het is telkens weer van je basis vandaan te geraken. Hele fundamentele elementen van het dagelijkse leven, waarin je aandacht hebt voor elkaar, en voor de Eeuwige, raken zo snel bedolven onder allerlei zaken die om directere aandacht lijken te vragen. Maar de basis vraagt om onderhoud, die kun je niet als vanzelfsprekend veronderstellen. En dat geldt eveneens voor je geestelijke basis.

Ook in het kerkelijke leven valt het niet mee om gewoon te doen. Het moet allemaal even bijzonder, anders lijkt het niet meer aan te komen. We worden verondersteld op iedere ontwikkeling in te spelen. Maar bedrijven die van hun “core business” afraken, lopen allerlei risico´s. Als kerkelijke gemeenschap moeten we ook onze zhōng niet vergeten. Het woord “genade” zegt: het hoeft niet allemaal. En het begrip zhōng voegt daaraan toe: het kan zelfs contraproductief werken. Houd je basis in de gaten. Ingewikkelder hoeft de boodschap aan het begin van het nieuwe jaar niet te zijn.

Bettine Vriesekoop, Bij de Chinees. Gewoonten en gebruiken in China, (Amsterdam: Thomas Rap, 2007); Ulrich Unger, Grundbegriffe der altchinesischen Philosophie. Ein Wörterbuch für die Klassische Periode, (Darmstadt: Wissenschaftliche Buchgesellschaft, 2000); Zhang Dainian, Key Concepts in Chinese Philosophy transl. Edmund Ryden, (Beijing: Foreign Language Press, 2002)

– dit stuk verscheen eerder als artikel in het Middelburgs Kerkblad –

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *