Gewetensnood?

Moet ik als baggerdominee onderdehand niet in enorme gewetensnood verkeren? Dat zou je wel denken als de nieuwsberichten en artikelen in diverse media van de laatste tijd onder ogen krijgt. Het begon met de kanttekeningen die Boskalis voorman Peter Berdowski maakte bij de wet Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen, waarna een enorme aanval volgde op het Manila International Airport (MIA) Project in de Filippijnen. De NRC wijdde er op 4 februari een groot artikel aan onder het kopje “Op de Filippijnen is Boskalis een scheldwoord” en er volgt ook nog de documentaire “Baggerbaai” bij de VPRO. Inmiddels ben ik er ook op aangesproken of  ik mijn ambt van predikant nog wel kan verenigen met de wereld van de waterbouw.

Nu vind ik die laatste vraag erg ver gaan – we bewegen ons tenslotte in een onvolmaakte wereld en moeten juist daarin als ambtsdragers onze weg zien te vinden. Maar ik wil me er ook weer niet te gemakkelijk vanaf maken.

Het lezen van zo’n artikel in de NRC doet pijn. Ik voel het verdriet van de vissersman die door de bouw van het nieuwe vliegveld visgrond kwijtraakt. Ik ben ook verontwaardigd als ik lees dat mensen hun huis worden uitgezet. Maar….er zitten ook hier twee kanten aan het verhaal. En ik mis, zeker in dit artikel, heel veel context. Het artikel doet niets anders dan een aantal ervaringen van individuen op een rijtje zetten en daar vervolgens commentaar van Peter Berdowski tegenover zetten. Dat is te gemakkelijk. Op z’n minst had er ook hoor en wederhoor binnen de Filippijnen plaats moeten vinden.

Als ik het artikel in het NRC Handelsblad lees, denk ik ook aan de environmental and social engineers op het MIA project die gewetensvol de impact van het project op de omgeving volgen en vervolgens ook actie ondernemen. Hierbij is er alle aandacht voor de gemeenschappen die door dit project getroffen worden.

Ik merkte hierboven al op dat in het artikel weinig of geen context wordt gegeven. Zo wordt er niet gerept over de enorme corruptie die in de Filippijnen welig tiert, en dan maakt het niet of nauwelijks uit welke familie er in Malacanang Palace de presidentsstoel bezet. Ook ontbreekt er achtergrondinformatie over de noodzaak om in de Filippijnen te investeren in infrastructuur wil het land enige kans maken om economisch verder te komen. In plaats daarvan wordt de suggestie gewekt alsof het MIA project alleen maar wordt gebouwd om de naam van Ninoy Aquino uit te wissen. Dat is een beetje goedkoop. Als dat het doel zou zijn, zou de naam van het huidige vliegveld gemakkelijk kunnen worden aangepast. Het is waar dat er enorm veel spanningen bestaan tussen de Aquino en Marcos families en daar zit de Duterte familie ergens tussenin. Maar het is (helaas) niet zo dat één familie hier de heilige, onbevlekte partij is en de andere de schurk. Daarom schreef ik al: het had de schrijver gesierd die context wat uitgebreider te schetsen. En ja, ik wil zeker geloven dat – zoals het artikel zegt – de infrastructurele projecten voor meer daklozen in de stad zorgen. Maar dan moet je onderscheiden tussen aanleiding en oorzaak. De oorzaak van de armoedige omstandigheden in de Filippijnen liggen veel dieper. En het afzien van infrastructurele projecten zorgt zeker ook niet voor een oplossing van de armoede in dit land.

Het artikel geeft echter wel goed aan waar nu het eigenlijke pijnpunt zit, namelijk dat de compensatieregelingen niet goed lijken te worden uitgevoerd. Wat daar precies de rol van de klant in is en bijvoorbeeld die van locale ambtenaren en plaatselijke chiefs, is nog niet echt in kaart gebracht. Ik heb echter de indruk dat Boskalis zich voor die problematiek niet afsluit. Maar dan volgt de vraag: zijn de eventueel verzaakte verplichtingen van de klant en plaatselijke overheid de verantwoordelijkheid van de aannemer? En zo ja, hoever strekt die verantwoordelijkheid dan? Is het terecht dat de vissers boos zijn op de aannemer? Dat zijn de vragen waarover het moet gaan. En binnen de waterbouwwereld wordt daar ook zeker over nagedacht en ook naar gehandeld.

Helaas – zo begrijp ik de stellingname van Peter Berdowski – doen we zaken in/met landen die niet voldoen aan de Nederlandse standaard. Als we dat laatste willen, moeten we stoppen met zakendoen in die landen. Dan is mijn vervolggedachte: dan kunnen we als Nederland nog wel met heel veel meer handel en zakendoen stoppen. Dan verkeren we allemaal in gewetensnood.

Tegelijkertijd vind ik ook dat het goed is dat er kritisch gekeken wordt naar onze activiteiten in het buitenland. In onze onvolmaakte wereld is iedere mogelijke en realistische stap naar maatschappelijk verantwoord ondernemen toe te juichen. Overigens, ik heb nog niet gemerkt dat Boskalis een scheldwoord is op “de” Filippijnen. Wellicht is eerder het omgekeerde het geval.

Ik moet ook nog denken aan de aanleg van de Botlek en later de Europoort in ons eigen kikkerlandje. Veel boeren kwamen door de aanleg van deze industriegebieden destijds zonder werk te zitten. Dus niet iedereen was er blij mee. Er zijn veel tranen gevloeid rondom het verdwijnen van de Scheurpolder en natuurgebied De Beer. Dat is een deel van de prijs die wordt betaald voor economische vooruitgang.  Dat neemt niet weg: degenen die deze prijs betalen, moeten zeker worden gecompenseerd.

This entry was posted in Niet gecategoriseerd. Bookmark the permalink.

2 Responses to Gewetensnood?

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *