Mijn carrière bij het leger is nooit verder gekomen dan de keuring. Niet dat ik ben afgekeurd. Maar toen ik de selectie-officier vertelde over mijn plannen om theologie te gaan studeren, was het snel bekeken: “Als je in opleiding bent voor een ‘geestelijk ambt’, zo heet dat, word je automatisch buitengewoon dienstplichtig.” Toevallig was hij ook nog de broer van onze plaatselijke predikant. En zo geschiedde. Het enige wat ik aan mijn keuring heb overgehouden is kennis van mijn bloedgroep en een voorliefde voor morseseinen (ik mocht tot het einde blijven zitten bij de morsetest).
Afijn, die herinneringen kwamen kort geleden weer naar boven, toen ik tussen allerlei collega’s van de geestelijke verzorging in de krijgsmacht een meerdaagse cursus mocht volgen. Locatie was Huize Beukbergen, waar militairen allerlei cursussen krijgen en ook geestelijk worden klaargestoomd voor een missie in het buitenland. Zo was het nu heel druk met militairen die naar Mali worden uitgezonden.
De cursus “Trauma en geestelijke verzorging” was buitengewoon interessant. De gemiddelde waterbouwer zal weliswaar niet direct in allerlei gevechtshandelingen terechtkomen, maar kan toch zeker te maken krijgen met allerlei situaties met grote impact. Veiligheid en zorg voor elkaar zijn niet voor niets ook belangrijke issues in de bagger- en offshore-wereld.
Het was daarom niet moeilijk om aansluiting te vinden bij de defensie-collega’s. Er zijn duidelijk de nodige overeenkomsten tussen hun werk en het mijne. Maar ook een paar verschillen. Zo gaan de GV-ers mee op missie, zoals ik op scheepsbezoek ga – alleen blijven zij veel langer op dezelfde locatie. Zij worden verbonden aan een bepaald onderdeel, terwijl ik langs allerlei projecten rondreis. Als er zich een calamiteit voordoet, is de GV-er er direct bij betrokken, terwijl ik met het bedrijfscrisisteam zal moeten worden ingevlogen. Maar verder is de aard van het werk hetzelfde, of het nu “pastoraat” of “geestelijke verzorging” heet: aandacht voor de mens die (ver) van huis is.
De geestelijke verzorging in de krijgsmacht is verankerd in de wet. Maar ze zal in de komende tijd niet ontkomen aan bezuinigingen, aangezien de hele Nederlandse krijgsmacht krimpt. Er is daarom een “behoeftenonderzoek” binnen de krijgsmacht gestart. Dat is een lastig iets, ik voel helemaal met de collega’s mee. Want bestaat er behoefte aan geestelijke verzorging of pastoraat? Nee, als je het zo stelt, meestal niet. Maar er is wel waardering voor en meestal wordt de toegevoegde waarde pas achteraf erkend. De Stichting Pastoraat Werkers Overzee mag zich in ieder geval gelukkig prijzen met alle steun vanuit de waterbouwbedrijven.
Anders dan de GV-er bij de krijgsmacht, die lang bij zijn of haar onderdeel verblijft, kan ik binnen de baggerwereld niet met iedereen een vertrouwensband opbouwen. Daarvoor zijn de bezoeken en ontmoetingen vaak te kort. Maar, zoals een defensie-collega het verwoordde: “Belangrijk is dat je een vertrouwde verschijning bent – en dat men je weet te vinden als het nodig is.” Dáár moet het om gaan.
Het was weer een leerzame week.
4 Responses to In het leger