Ik had al even niets meer op mijn weblog geschreven. Deels kwam dit door mijn bezoekreis naar Qatar, maar vooral ook door het overlijden van mijn vader net na mijn thuiskomst.
Ik heb een tijdje geaarzeld om iets daarover op mijn weblog te schrijven. Het gaat hier om iets heel persoonlijks. Maar toen dacht ik: waarom niet? Als kustvaartkapitein heeft juist mijn vader me vertrouwd gemaakt met het maritieme leven. Door hem was ik als kind al gewend om op een schip rond te lopen. En ik weet ook hoe het voelt wanneer je vader een aantal weken van huis is – en hoe leuk het is als hij verlof heeft.
In de laatste jaren ging mijn vader qua gezondheid achteruit. Veel dingen kosten hem moeite. Maar het minieme fotootje op mijn mobiel herkende hij direct, zonder aarzelen. Genomen vanaf een hopper op de Nieuwe Waterweg: de plaats waar hij geboren was en waar hij zo vaak vroeger was langs gevaren.
Bij de begrafenis bleek één van de dragers een oud-leerling van hem te zijn geweest. Toeval, en misschien ook wel niet. Hij wist nog een paar mooie verhalen te vertellen.
In de dienst heb ik ook zelf een paar woorden gesproken. Over zijn zeevarende leven: “Na de oorlog volgden jaren van opbouw. Varen bij de visserij en later bij de koopvaardij. In korte tijd stuurman bij de kleine handelsvaart en vervolgens kapitein. En dat voor iemand die niet de gelegenheid had gekregen zijn middelbare school officieel af te maken. Engels sprekend, Frans sprekend, bruinverbrand, makkelijk in de omgang met mensen van alle rangen en standen, een gerespecteerde ‘ouwe’.”
Maar er was nog veel meer te vertellen. We zullen hem op allerlei manieren erg gaan missen. Aan het einde van de dienst zongen we de Nederlandse versie van zijn lievelingslied: “Abide with me.”
Abide with me; fast falls the eventide; The darkness deepens; Lord with me abide. When other helpers fail and comforts flee, Help of the helpless, O abide with me. Swift to its close ebbs out life’s little day; Earth’s joys grow dim; its glories pass away; Change and decay in all around I see; O Thou who changest not, abide with me. Not a brief glance I beg, a passing word; But as Thou dwell’st with Thy disciples, Lord, Familiar, condescending, patient, free. Come not to sojourn, but abide with me. Come not in terrors, as the King of kings, But kind and good, with healing in Thy wings, Tears for all woes, a heart for every plea— Come, Friend of sinners, and thus bide with me. Thou on my head in early youth didst smile; And, though rebellious and perverse meanwhile, Thou hast not left me, oft as I left Thee, On to the close, O Lord, abide with me. I need Thy presence every passing hour. What but Thy grace can foil the tempter’s power? Who, like Thyself, my guide and stay can be? Through cloud and sunshine, Lord, abide with me. I fear no foe, with Thee at hand to bless; Ills have no weight, and tears no bitterness. Where is death’s sting? Where, grave, thy victory? I triumph still, if Thou abide with me. Hold Thou Thy cross before my closing eyes; Shine through the gloom and point me to the skies. Heaven’s morning breaks, and earth’s vain shadows flee; In life, in death, O Lord, abide with me.
In Memoriam: Nicolaas Dirk Francke (* 28 juni 1926 † 23 maart 2014)
2 Responses to Een gerespecteerde ‘ouwe’