“Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens,” dichtte Okke Jager ooit. Deze regel heeft door de jaren heen voor mij telkens weer nieuwe inhoud gekregen. Bij het baggerbedrijf denk je niet direct aan kwetsbare mensen. Aan boord lopen over het algemeen robuuste types rond die wel tegen een stootje kunnen. Anders houd je het niet vol met die lange dagen van 12 uur werk, de soms hele hoge temperaturen in bepaalde landen en de enorme afmetingen van het materieel.
Tegelijkertijd is de stoere baggeraar toch ook gewoon afhankelijk van de wind en de deining. Nemen die teveel in kracht toe, dan houdt het baggeren op. Een baggeraar heeft daarbij controle over gigantisch veel paardenkrachten, hoge voltages en enorme aantallen kuubs, maar een ongeluk kan in een klein hoekje zitten. Dat is de kwetsbare kant van het baggerleven. En die maak ik soms ook mee…
Van de week mocht ik weer voor de klas staan bij het Scheepvaart- en Transportcollege in Rotterdam. Een tijdje geleden mocht ik de eerstejaars wat vertellen over het feit dat deze school hen niet alleen opleidt voor een bepaalde baan, maar ook voor een bepaalde manier van leven. De waterbouw houdt zich nu eenmaal niet aan het schema van 9 tot 5. Dit keer stond mijn aanwezigheid in teken van de terugkomweek van de derdejaars stagiaires. Zij waren een aantal maanden met maar weinig onderbreking aan boord geweest van een hopper of een cutter om al het geleerde boven op de brug of beneden in de machinekamer in praktijk te brengen. Sommigen van hen had ik in de afgelopen maanden op de vloot al ontmoet.
Er werden vele mooie verhalen verteld over werken ver weg in de wereld of wat dichter bij huis. Het enthousiasme voor het vak was alleen maar groter geworden. Maar eerlijk is eerlijk: voor iedereen was het niet altijd even makkelijk. Soms ligt de heimwee op de loer. Als je als stagiair een fout maakt, baal je verschrikkelijk. Er zijn soms mensen aan boord van wie het lijkt alsof ze je alleen maar dwars willen zitten. Dan voel je je als leerling heel kwetsbaar. Toch bleek dat juist van deze taaie momenten veel geleerd kon worden.
Ik vroeg ook naar de momenten dat ze tijdens hun stage de energie bij henzelf voelden stromen. Die momenten waren niet moeilijk aan te wijzen: als je zelf een probleem oplost bijvoorbeeld, of als het lukt een opdracht goed uit te voeren. En bovenal: als dat ook gezien wordt en je daar waardering voor krijgt. We hebben als mens nu eenmaal allemaal bevestiging nodig. In feite komen we daarmee bij de kern van een mensenleven: er is een “flow” als het goed gaat, maar je kunt ervan leren als het tegen zit of je jezelf tegenvalt. Hoe kostbaar is een kwetsbaar mens.
Het was weer mooi om voor de klas te staan. Van “Stefan” aan boord was het nu even “meneer”- en straks is het hopelijk weer gewoon “Stefan”. Als je af moet gaan op deze groep enthousiaste aankomende baggeraars, blijft de zon voor de Nederlandse waterbouw voorlopig nog wel even schijnen.