Wat ik over de hele Zwarte Pietenkwestie denk, heb ik vorig jaar al beschreven op mijn weblog – en daar sta ik eigenlijk nog steeds achter. Je kunt het op deze weblog nog steeds lezen. Wel kwam onlangs een interessant artikel tegen in het Katholiek Dagblad, dat de moeite waard is om over te nemen. Het heeft weliswaar niet veel met baggeren te maken, maar het houdt me wel bezig.
ADVIES UIT ROME
ROME – Als het gaat om kwesties van traditie en vernieuwing, moet je natuurlijk in Rome zijn. In het Vaticaan houden ze zich al eeuwen lang bezig met het in stand houden van oude gewoontes zonder de voeling met de moderne tijd te verliezen.
Wat de meeste mensen niet weten is dat Sinterklaas – Sint Nicolaas – nog steeds nauwe banden onderhoudt met het gezag in Rome. Sinds de ontkerkelijking houdt hij het wat verborgen; hij wil tenslotte de Goedheiligman zijn voor álle Nederlanders. Maar net als sommige Chinese bisschoppen staat hij op het lijstje van geestelijken die de openbaarheid niet zoeken, maar wel degelijk voeling houden met de Heilige Stoel.
Ingevoerde bronnen beweren overigens dat de synodes en andere kerkelijke vergaderingen aan herderlijke goedmoedigheid hebben ingeboet, sinds Sinterklaas niet meer in staat is borstplaat en chocoladeletters door te geven, zoals tot in de jaren ’60 van de vorige eeuw gebruikelijk was. Wellicht dat daarmee de toegenomen verstarde houding in de moederkerk te maken heeft.
Hoe dat ook zij, onlangs – voordat de Stoomboot uit Spanje vertrok – bracht Sint Nicolaas een bezoek aan de paus in Rome. Op een zorgvuldig geheim gehouden plek – een oude bakkerij – ontmoetten de beide bejaarde geestelijken elkaar op de vroege avond.
Paus Franciscus stond Sinterklaas met breed uitgestoken armen op te wachten: “Nico, dat is lang geleden. Waar is de tijd gebleven dat we samen nog op de Spaanse stranden bruin lagen te bakken?” Beide heren omhelsden elkaar, namen plaats bij een tafeltje waarop reeds twee glaasjes bisschopswijn klaar stonden.
“Je kijkt zorgelijk, mijn beste vriend,” begon paus Franciscus het gesprek.
“Tja, Franscesco,” antwoordde Sinterklaas, “het zit allemaal erg ingewikkeld.”
De paus nipte aan zijn glas en zuchtte diep: “Het is altijd wat in die Nederlandse kerkprovincie. Ze hadden me al gewaarschuwd. De janboel in Rome, dat gaat wel lukken – maar Nederland…..”
“Nou hadden we eindelijk afgerekend met dat Calvinistische schuldgevoel,” riep Sinterklaas opgewonden, “de zak had ik zee gegooid. De roe is er alleen nog maar voor de sier. En nou dit weer. Piet mag niet zwart zijn.” Sinterklaas had zich enigszins verheven van zijn stoel, maar zakte nu weer terug.
“Wat zullen wij van deze dingen zeggen?” merkte de paus op.
“Er dienen rechtszaken in dat koude kikkerlandje,” ging Sinterklaas verder, “Pieten moeten met wapens gaan rondlopen. Er moet een alternatieve Sinterklaasintocht gaan komen. Straks zijn er Pietengevechten op straat.”
“Suscipite invicem,” mompelde de paus.
“Wat zeg je, mijn gehoor is niet meer zo goed.”
“Aanvaard elkaar,” vervolgde de paus nu met luide stem. “Itaque, quae pacis sunt, sectemur et quae aedificationis sunt in invicem. Laten we daarom streven naar wat de vrede bevordert en naar wat opbouwend is voor elkaar.”
“Amen,” prevelde Sinterklaas.
Paus Franciscus keek peinzend voor zich uit: “Maar wat nog belangrijker is… Er moet gewoon feest worden gevierd. We zijn er in Rome net weer een beetje achter dat de nadruk op de zuiverheid van leer en liturgie mensen van de kern vervreemdt. Gun elkaar een beetje ruimte en vier vooral het feest. Het leven is er om gevierd te worden.” Sinterklaas veerde op bij deze woorden. “Laat die pepernoten maar rollen,” vervolgde de paus nu met gebalde vuisten, “laten de oude en nieuwe liedjes gewoon allebei gezongen worden. En vergeet vooral niet gedichten voor elkaar te schrijven.”
Toch hield Sinterklaas nog een paar vragen: “Maar hoe moet het dan straks met de benoeming van de nieuwe Hoofdpiet. Welke kleur moet die dan hebben?”
“Geen zorgen voor morgen!” De paus sloeg Sinterklaas met een stevig klap op zijn schouders. “Ga nou maar gewoon doen waar je goed in bent: over daken rijden en pakjes door schoorstenen bezorgen.”
“En hoe moet het dan verder met het verhaal?” probeerde Sinterklaas nog.
“Laat het verhaal zichzelf maar vertellen,” lachte de paus, “dat is sterk genoeg. En voor het overige: kijk iedere avond naar het Sinterklaasjournaal. Want: Dieuwertje Blok locuta, causa finita.”
Waarop de beide heren het glas hieven.
G.B.
Sinterklaas heeft overdag ook een bezoek gebracht aan de Sint Pieter.